Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Leerplichtwet 1969

 

Artikel 1a 1. Scholen als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3
1
Onverminderd titel I van de Wet op het primair onderwijs en titel I van de Wet op het voortgezet onderwijs, moet een school als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3,
a
wat de inrichting van het basisonderwijs betreft, voldoen aan de criteria, bedoeld in de artikelen 8, eerste, tweede, derde, vierde, zevende lid onderdeel a, achtste en negende lid, 9 en 10, eerste volzin, van de Wet op het primair onderwijs, en tevens heeft de school een schoolplan dat ten minste een beschrijving bevat van het beleid inzake het onderwijs, bedoeld in artikel 8, derde lid, van genoemde wet;
b
wat de inrichting van het voortgezet onderwijs betreft, voldoen aan de criteria, bedoeld in de artikelen 6a en 23a van de Wet op het voortgezet onderwijs, en tevens heeft de school een schoolplan dat ten minste een beschrijving bevat van het beleid inzake het onderwijs, bedoeld in artikel 17 van genoemde wet en besteedt het onderwijs binnen de eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs aantoonbaar aandacht aan de kerndoelen, bedoeld in artikel 11b van genoemde wet, en aansluitend aan de kerndoelen als onderwijsprogramma voor de eerste twee leerjaren, stelt het onderwijs de leerlingen aantoonbaar in staat om hun onderwijsloopbaan voort te zetten in het vervolgonderwijs op een niveau dat van de leerling verwacht mag worden.
Aan de aanwijzing kunnen voorwaarden worden verbonden.
2
Onze minister kan de aanwijzing intrekken indien het hoofd of het personeel van de school of instelling in strijd handelt met artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 1a 1. Scholen als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3
1
Onverminderd titel I van de Wet op het primair onderwijs en titel I van de Wet op het voortgezet onderwijs, moet een school als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3,
a
wat de inrichting van het basisonderwijs betreft, voldoen aan de criteria, bedoeld in de artikelen 8, eerste, tweede, derde, vierde, zevende lid onderdeel a, achtste en negende lid, 9 en 10, eerste volzin, van de Wet op het primair onderwijs, en tevens heeft de school een schoolplan dat ten minste een beschrijving bevat van het beleid inzake het onderwijs, bedoeld in artikel 8, derde lid, van genoemde wet;
b
wat de inrichting van het voortgezet onderwijs betreft, voldoen aan de criteria, bedoeld in de artikelen 6a en 23a van de Wet op het voortgezet onderwijs, en tevens heeft de school een schoolplan dat ten minste een beschrijving bevat van het beleid inzake het onderwijs, bedoeld in artikel 17 van genoemde wet en besteedt het onderwijs binnen de eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs aantoonbaar aandacht aan de kerndoelen, bedoeld in artikel 11b van genoemde wet, en aansluitend aan de kerndoelen als onderwijsprogramma voor de eerste twee leerjaren, stelt het onderwijs de leerlingen aantoonbaar in staat om hun onderwijsloopbaan voort te zetten in het vervolgonderwijs op een niveau dat van de leerling verwacht mag worden.
2
Burgemeester en wethouders volgen bij hun oordeel of een onderwijsvoorziening een school is als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3, een door de inspectie van het onderwijs ter zake gegeven advies.
3
Indien Onze Minister naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 14 van de Wet op het onderwijstoezicht, aan burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de school is gevestigd adviseert dat de school niet langer voldoet aan de criteria die gelden voor een school als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3, dan volgen burgemeester en wethouders dit advies en oordeelt dat de school niet langer een school is als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3.
4
Indien het advies, bedoeld in het derde lid daartoe aanleiding geeft, stellen burgemeester en wethouders de ouders van de leerlingen van de onderwijsvoorziening binnen 7 dagen schriftelijk op de hoogte van het feit dat de onderwijsvoorziening niet langer een school is als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3, of verzekert hij er zich van dat de onderwijsvoorziening de ouders daarvan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AJ0497, Cassatie, 01052/03
    Rechtsoort
    Straf
    Datum uitspraak
    14-10-2003
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Cassatie
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Hoge Raad
    Leerplichtwet 1969. Geldigheid verklaring van overwegend bezwaar tegen de richting van het onderwijs. Art. 8, tweede lid, (oud) Leerplichtwet 1969 is ook toepasselijk indien de jongere ten tijde van de eerdere plaatsing op een school nog niet de leerplichtige leeftijd had bereikt.
  • LJN AF5926, Hoger beroep, 07.130282-00
    Rechtsoort
    Straf
    Datum uitspraak
    10-03-2003
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Zwolle
    RECHTBANK ZWOLLE Meervoudige strafkamer Parketnummer: 07.130282-00 Uitspraak: 10 maart 2003 S T R A F V O N N I S I N H O G E R B E R O E P in de zaak van het openbaar ministerie tegen: naam, geboortedatum, adres. Bij het door de kantonrechter te Zwolle op 6 februari 2001 tegen de...
  • LJN BA5889, Eerste aanleg - meervoudig, 16/402149-06
    Rechtsoort
    Straf
    Datum uitspraak
    29-05-2007
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Utrecht
    Voorwaardelijke geldboete van € 100,00 met een proeftijd van 2 jaar voor overtreding van artikel 2 eerste lid van de Leerplichtwet 1969. De vraag, die in dit geding centraal staat is de vraag of De Ruimte voldoet aan de eisen, die aan scholen worden gesteld in de zin van de Leerplichtwet 1969. Naast...
  • LJN BA5905, Eerste aanleg - meervoudig, 16/402148-06
    Rechtsoort
    Straf
    Datum uitspraak
    29-05-2007
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Utrecht
    Voorwaardelijke geldboete van tweemaal € 50,00 met een proeftijd van 2 jaar voor overtreding van artikel 2 eerste lid van de Leerplichtwet 1969, twee keer gepleegd. De vraag, die in dit geding centraal staat is de vraag of De Ruimte voldoet aan de eisen, die aan scholen worden gesteld in de zin van de Leerplichtwet 1969...
  •